EXPO – Romeinse villa’s in Zuid-Limburg
Rijksmuseum voor Oudheden
Leiden
Zo’n tweeduizend jaar geleden stonden er in Limburg honderden Romeinse villa’s, zoals de Romeinen ze zelf noemden. Dat waren enorme akkerbouwbedrijven die de hele regio voorzagen van graan. Met de opbrengst verfraaiden de eigenaren hun boerenhuis tot complete landhuizen in Mediterrane stijl, met een badhuis en Romeinse uitvindingen als glazen ramen en vloerverwarming. Vaak lieten zij zich met hun kostbaarheden begraven op hun eigen terrein. In de afgelopen honderd jaar zijn meer dan twintig van die landgoederen archeologisch onderzocht en opgegraven. De vondsten raakten verspreid in verschillende verzamelingen. De tentoonstelling ‘Romeinse villa’s in Limburg’ brengt nu voor het eerst de meest bijzondere archeologische
villavondsten samen. Die worden getoond in verhalen over het Romeinse leven en de landbouw in Limburg, en de betekenis van de landerijen binnen het grotere Romeinse netwerk. Speciale aandacht is er voor de bewoners, van de vrouw des huizes tot de mensen die het land bewerkten. De tentoonstelling is een samenwerking tussen het Rijksmuseum van Oudheden (Leiden), het Limburgs Museum (Venlo) en het Thermenmuseum (Heerlen). ‘Romeinse villa’s in Limburg’ gaat in Leiden van start (25 april-25 augustus 2024) en reist daarna door naar de partnermusea. Geschikt voor alle leeftijden.
Villa rustica
Naast een luxe landhuis (het hoofdgebouw), bestond een Romeinse villa rustica uit een uitgestrekt terrein met opslagruimtes, woningen, stallen, werkplaatsen, siertuinen en grote akkerlanden. Archeologisch onderzoek laat zien dat er tientallen mensen woonden en werkten. De Limburgse villa’s voorzagen tussen de eerste en de derde eeuw na Chr. alle bewoners in de regio van graan, in steden zoals Heerlen (Coriovallum), Xanten (Colonia Ulpia Traiana) en Keulen (Colonia Claudia Ara Agrippinensium) en de soldaten langs de limes, de grens van het Romeinse rijk. Graan werd verhandeld tot in de verste uithoeken van Noordwest Europa via het uitgebreide netwerk van de Romeinse (water)wegen. Toen aan het einde van de derde eeuw de Romeinse macht afnam, zijn de villa’s verwoest, afgebrand en verlaten. Tegenwoordig is er vrijwel niets meer van te zien in het Limburgse landschap.
Te zien in Leiden
Met meer dan 200 archeologische vondsten, maquettes, 3D-reconstructies en film, neemt ‘Romeinse villa’s in Limburg’ bezoekers mee naar het landelijke leven van tweeduizend jaar geleden en velden vol wuivend graan. De vondsten lopen uiteen van landbouwwerktuigen, dakpannen en beeldhouwwerk tot luxe mozaïek en glaswerk. De persoonlijke bezittingen van de villabewoners, zoals een parfumhouder uit Bocholtz en een bronzen make-up doosje uit Maasbree, vertellen meer over wie zij waren, wat ze deden en waar ze vandaan kwamen. Er zijn oude bekenden te zien zoals barnstenen beeldjes uit Heerlen en ‘het haantje van Buchten’ en er zijn stukken uit de museumdepots die nooit eerder tentoongesteld waren. Blikvangers zijn de gereconstrueerde metershoge muurschildering uit Maasbracht met voorstellingen van gladiatoren en villabewoners, en een kijkje thuis bij de ‘dame van Simpelveld’. Haar villa en het interieur zijn bekend van afbeeldingen in de sarcofaag waarin zij was begraven. Interactief kunnen bezoekers de ‘Villa van Voerendaal’ verkennen en de manier waarop die in de loop van driehonderdjaar is uitgebreid en verbouwd. Daar is ook het portret te zien van de Dame van Voerendaal, die bij de villa was begraven.
Te zien zijn voorwerpen uit de collecties van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, het Limburgs Museum in Venlo en het Thermenmuseum in Heerlen. Daarnaast zijn er bruiklenen van oa. verschillende musea en het Provinciale Depot voor Bodemvondsten in Limburg. Ook zijn er reconstructies van Romeinse meubels die leerlingen van het Hout- en Meubileringscollege uit Rotterdam speciaal voor de tentoonstelling maakten. ‘Romeinse villa’s in Limburg’ is een van de twee tentoonstellingen van het Rijksmuseum van Oudheden in de zomer van 2024; gelijktijdig is de expositie ‘Paestum. Stad van godinnen’ te zien.