Maak kennis met deze Romeinse buren van de Via Belgica
Auteur: Harry Lindelauf
Fotografie: Thermenmuseum Heerlen, British Museum, Wikicommons
We weten veel van de gebouwen langs het Zuid-Limburgse deel van de Via Belgica. Maar wie woonde er en kennen we bij naam? Meet the Romans.
En, een telefoonboek van de Romeinen gevonden?
Haha, dat kenden zij niet en wij inmiddels ook niet meer. Ik heb gezocht naar materialen die 2000 jaar hebben overleefd en waarin namen zijn gegraveerd. Ik vond grafstenen, stenen met dankbetuigingen of verzoeken aan de goden, aardewerk en metalen plaatjes. Die informatie komt uit publicaties en rapporten van onderzoekers en foto’s van Romeinse vondsten in musea.
Vertel, wat heeft jouw speurtocht opgeleverd?
Er zijn er vast meer maar ik heb achttien namen achterhaald. Van veertien mensen ken ik ook het beroep, van de overige vier weet ik alleen de naam of een deel van de naam. De achttien waren Romeinen of autochtonen die in de regio tussen Rimburg en Maastricht onder het Romeinse gezag leefden. Met de huidige plaatsnamen gaat het om inwoners van Heerlen, Voerendaal, Valkenburg en Maastricht.
Stel je ze ons voor, die Romeinen? Misschien handig om dat per plaats te doen.
Prima idee. Ik begin in het oosten. Heerlen of Coriovallum is bekend om de resten van de Thermen. Maar ook om de vele pottenbakkersovens uit de Romeinse tijd. Bij de aanleg van de weg naar Sittard wordt in 1837 een Romeinse grafheuvel gevonden. Daarin een schaal van rood aardewerk, gesigneerd door pottenbakker Gaius. Dat doet ook zijn collega Buccus op een aardewerken kom.
Maar Lucius, dat is toch onze lokale pottenbakkersheld?
Inderdaad. Voluit Lucius Ferenius. Waarschijnlijk verwijst zijn tweede naam naar Feresne (Dilsen, B). Dat maakt hem een autochtoon. In 1971 zijn bij opgravingen aan de Putgraaf, op het terrein waar nu de Luciushof ligt, Romeinse pottenbakkersovens ontdekt. Een van de ovens is ontploft, stookfoutje bedankt. In de oven liggen scherven waar Lucius drie zinnen in krast. ‘Lucius heeft deze kruik voor Amaka gemaakt’, ‘Lucius wijdt deze kruik aan de goede god van Ferenio zijn thuisland’, ‘Lucius, genaamd Metcius, maakte deze kruik in zijn bedrijf’. Schrijven gaat dus goed, pottenbakken even wat minder. De kruik van Amaka kan een kruik voor zijn vrouw zijn geweest. Andere optie: er is een godin Amaka bekend uit de Germaanse of Keltische wereld. Deze godin wordt aangeroepen om vruchtbaarheid en een voorspoedige productie.
Kennen we ook iemand die met de Thermen van doen heeft?
Ja, daar wou ik net over beginnen. De volgende meneer is voorwaar geen pottenbakker maar een lid van de gemeenteraad van Xanten, de stad waar Coriovallum bestuurlijk onder valt. In die raad zetelen voornamelijk grootgrondbezitters. Intussen heb ik het over Marcus Sattonius Jucundus. Die laat de Heerlense thermen rond het jaar 260 restaureren, een actie die hij aan de godin Fortuna had beloofd. Dat weten we dankzij een steen met inscriptie die in 1957 op het terrein van de thermen is gevonden. Mogelijk doet hij zijn belofte aan Fortuna om een behouden terugkeer te ‘verdienen’ van zijn veldtochten met het Romeins leger.
Ik voel een bruggetje naar de volgende bekende Heerlenaar….
Dat voel je goed. We komen in het leger terecht met Marcus Julius. Hij is soldaat in het Vijfde legioen dat in een fort bij Xanten is gelegerd. Hij overleeft zijn diensttijd en gaat (weer?) in Heerlen wonen. Waarschijnlijk leeft hij van een stuk land dat hij als ‘pensioen’ krijgt. Dan weten we ook waarom pensioenfonds ABP indertijd van Den Haag naar Heerlen is verplaatst. De informatie over Marcus staat op een grafsteen van Kunrader steen die in 1873 bij de Bekkerweg werd ontdekt. Ik heb nog een arts in de aanbieding. Ik vertel er meer over als we in Valkenburg zijn bij zijn collega.
Genoeg Heerlen. Verder westwaarts, ken je een Romein uit Voerendaal?
We kunnen natuurlijk niet langs de enorme Romeinse boerderij Ten Hove die onder de löss langs de Steenweg verborgen ligt. Gelukkig zijn op dit terrein scherven van terra nigra potten gevonden met de namen van ene Secundio, een Severus of Severianus en een Romein met de naam Jucundus of Julianus. De onzekerheden ontstaan doordat de letters moeilijk te lezen zijn of de namen niet compleet zijn weergegeven. Ik neem aan dat de heren werkten en woonden op de villa rustica Ten Hove.
Niet veel voor zo’n grote boerderij. Door dan maar?
Graag. Op naar Valkenburg-Houthem. Daar ligt een boerderij in het Rondenbos waar bronzen plaatjes met namen zijn gevonden. Op een plaatje bevestigt ene Julius zijn vriendschap met Marcus Vitalinius, een hoge ambtenaar en een van de ‘burgemeesters’ van Romeins Xanten. Op de achterkant van het plaatje staat een jongere inscriptie, waarop de stam van Catualium eer bewijst aan Titus Tertinius, oud-ambtenaar van -alweer- Xanten. De naam Titus Tertinius staat ook op het tweede plaatje, een eerbetoon aan wat hier wordt genoemd ‘gemeenteraadslid’ en ‘burgemeester’ van Xanten.
Heb je nog meer te melden vanuit Valkenburg?
Ja, en nog wel een heerschap met drie namen: Cajus Luccius Alexander. Zijn naam en zijn beroep -huis- en oogarts- weten we dankzij een stenen stempel uit het Ravensbos De steen heeft aan vier zijden inschriften met zijn naam en de namen van oogzalf. Daarmee lijkt deze steen heel veel op een Romeinse vondst in Heerlen. In 1860 wordt bij de Villa Beukenhof aan de Valkenburgerweg een stempel ontdekt met de naam Lucius Junius Macrinus en met zalfrecepten.
En na Valkenburg komen Meerssen en Maastricht in zicht.
Meerssen heeft zijn prachtige villa Herkenbosch maar helaas, ik heb er geen naam aan kunnen koppelen. In Maastricht is dat wel gelukt. Tijd voor vrouwelijke inbreng vind ik. Al komt de naam, Ammaca of Amaka, ons wel bekend voor. Na Heerlen duikt de naam nu op in Maastricht. In 1900 wordt in de Plankstraat een kelder gegraven voor brouwerij Marres. Het graafwerk brengt de brokstukken van een grafsteen aan het licht. De tekst luidt: ‘Voor Ammaca of Gamaleda, dochter van Verecundus’. Ook hier is een verwijzing naar goden in plaats van een persoon mogelijk: Ammaca is van oorsprong Germaans of Keltisch, Gamaleda waarschijnlijk Germaans.
Die vondst is ook in het hart van Romeins Maastricht. Daar moet meer te halen zijn. Toch?
Fijn dat je de lat zo hoog legt. Kan ik je blij maken met nog drie namen? Op de zuidelijke hoek van de Plankstraat en de Stokstraat ligt een grote graanopslag. In de resten van dat gebouw is de vierkante grafsteen van Caius Priscinius Probus, zoon van Pricus hergebruikt in de fundering.
Datzelfde lot treft een deel van de graftoren die ene Florius voor zijn vader laat bouwen. Dat deel wordt opgebaggerd uit de Maas, op de plek van de Romeinse brug. Opmerkelijk: de tekst op de steen meldt dat de graftoren 14.000 sesteriën heeft gekost. Bijzonder is de afbeelding op de steen: een reliëf van een Romeinse soldaat met helm en schild die vecht tegen een man met een bijl.
En last but not least uit Maastricht en zelfs uit de Plankstraat: een steen uit de kelder van hotel Derlon. De tekst meldt dat Publius Attius Servatus een steen met een ingebeiteld verzoek plaatst bij een altaar voor de Parcae, zogeheten schikgodinnen die beslissen over het lot van een mens. Publius is kennelijk niet erg gerust op zijn toekomst als hij in de tweede helft van de eerste eeuw zijn verzoek doet. Opvallend: enkele eeuwen later krijgt de naam Servatus voor Maastricht een bijzondere betekenis.