De bekers van Servatius en Marcus zijn ware topstukken
Auteur: Harry Lindelauf
Fotografie: Museum Valkhof en Harry Lindelauf

De één is tijdelijk te gast in Limburg, de ander is er permanent te zien. We hebben het over twee bijzondere drinkbekers die één ding gemeen hebben: het zijn ware topstukken uit de Romeinse tijd.
Het eerste topstuk is de ‘kantharos’, de Griekse naam voor een drinkbeker gewijd aan de god van de wijn. De Romeinen namen het idee en grotendeels het ontwerp voor dit type beker over en eerden er Bachus mee, hun versie van de wijngod.
De zilveren kantharos is tussen 50 voor Christus en 50 na Christus gegoten in Italië. Initialen in de beker wijzen er op dat hij eigendom was van een Marcus Titinius. Maar daarna begint het raadselen: hoe kwam dit kostbare stuk uiteindelijk in de Maas bij Stevensweert terecht? Want daar werd de beker in 1943 door een baggermolen opgevist. Tot februari 2025 is de beker te bewonderen in het Limburgs Museum in Venlo, daarna gaat de beker terug naar het Valkhof museum in Nijmegen.

Verborgen bestaan
Het tweede topstuk leidt een meer verborgen bestaan in Maastricht. In de schatkamer van de Sint Servaas basiliek wordt een drinkbeker of drinkkom bewaard. Deze is net als de kantharos van Romeinse oorsprong en vrijwel uit dezelfde periode. Hij is aan het begin van de jaartelling in Noord-Italië gemaakt. Deze drinkbeker is gemaakt van half-vloeibaar, meerkleurig glas dat in een mal is geperst.
De beker leidt een verborgen bestaan, omdat hij is opgenomen in een zilveren kelkvormige houder, die is versierd met een ananasmotief. De zilveren kelk uit 1626 of 1627 is er uit nood: de glazen drinkbeker was gebroken en de gelijmde stukken worden in de kelk veilig opgesloten.
Foto: Een zilveren kelk beschermt de fragiele drinkbeker van Sint Servaas.
Waarom in de schatkamer van Sint Servaas?
De vraag is natuurlijk wat de Romeinse drinkbeker in de schatkamer brengt. Dat heeft alles te maken met de verering van Sint Servaas. Rond de elfde eeuw wordt het verhaal van de heilig verklaarde Servatius opgeschreven. Er ontstaat behoefte aan voorwerpen die aan het doel van de pelgrims beantwoorden: de heilige Servaas beleven. Er komen onder meer gewaden, een bisschopsstaf, een buste met relikwieën, de noodkist en kelken. De drinkbeker wordt aangeprezen als de beker die Servaas meenam op zijn reizen. Bij de Heiligdomsvaarten in Maastricht was de kom onderdeel van de Servatiana die vanaf de kleine galerij van de kerk aan de pelgrims op het Vrijthof werden getoond.
Foto: Van het glas van de oorspronkelijke beker uit de Romeinse tijd is zo’n 20% verloren gegaan. Het ontbrekende materiaal is tijdens een restauratie in 1975 aangevuld met kunststof.


De verering houdt lang stand (12 juni 2025 is er weer een Heiligdomsvaart). In 1918 heerst de Spaanse griep en de katholieke Maastrichtenaren hopen op genezing door uit de beker van Sint Servaas te drinken. De fragiele beker, bestaande uit gelijmde stukken, is daar niet tegen bestand en moet worden opgelapt. Die klus nemen twee Maastrichtenaren op zich en de beker verhuist naar een klein, draagbaar vitrinekastje. In 1975 is een nieuwe restauratie nodig. Dan gebruikt een restaurator kunststof om de glazen brokstukken te lijmen en aan te vullen. Daarna gaat de beker terug in de zilveren kelk en sindsdien staat hij bijzonder te wezen in de schatkamer onder de basiliek.
Opmerkelijk is dat inmiddels vaststaat dat geen van de Servaas-items in de schatkamer daadwerkelijk ooit door de bisschop is vastgehouden: ze zijn vele eeuwen te jong. De Romeinse kom is het enige Servaas-item dat qua leeftijd daadwerkelijk door Servaas kan zijn gebruikt.
Foto: De beker is 105 mm hoog en heeft een doorsnee van 127 mm. Oorspronkelijk was de beker onderdeel van een set van twee bekers en voorzien van twee grote handvaten. Foto Valkhof Museum.