245

Villa’s waren grote landbouwbedrijven

Molsberg, SImpelveld

Ons eten komt van heinde en verre. Dat was vroeger heel anders. De eerste boeren zorgden voor hun eigen voedsel en, later, voor dat van hun directe omgeving. Zo werden ze voor de stedelingen een belangrijke bondgenoot. Toen de Romeinen in Zuid-Limburg arriveerden, was dat voor boeren met handelsgeest een uitgelezen kans. Het Romeinse leger was groot en had geen tijd om zijn eigen voedsel te produceren. Lokale boeren leverden graan, varkens en runderen aan de legerkampen. In ruil daarvoor kregen ze glazen flessen, bronzen vaatwerk, mantelspelden en rood geglazuurd aardewerk. Zo deed de Romeinse luxe zijn intrede in de boerenhuishoudens.

Omdat de vraag naar landbouwproducten zo groot was, ontstonden er ‘villae’: grote boerenbedrijven. In de gemeente Simpelveld zijn Villa Vlengendaal, Villa de Molt en Villa Dellender de bekendste. Op de villacomplexen vond je stallen voor het vee en schuren voor de opslag van graan en gereedschap. Ook vijvers en moestuinen maakten deel uit van het complex. Soms was er zelfs een apart badgebouw. Op de akkers bij de villa’s groeiden bekende én nieuwe gewassen: van gerst, broodtarwe en peulvruchten tot spelt, biet en koriander. Ook plantten de Romeinen fruitbomen die hier oorspronkelijk niet groeiden: appels, peren, kersen, walnoten en de tamme kastanje. 

onderdeel van route